De enige ware God

Door Rafique

U gelooft dat God de enige is? Daar doet u goed aan.
Jacobus 2: 19

Er is maar één God

De heilige bijbel is het Woord van God dat nooit is veranderd of zal worden veranderd. Die bijbel getuigt dat er maar één God is. Het is een bekend feit dat de bijbel het oudste boek is dat er bestaat. Dus, als er een ander boek is dat getuigd van Gods enigheid, is de bijbel daar al in voorgegaan. Dit zijn een paar teksten uit de bijbel rond de enigheid van God.

Uit het oude testament:

Uit het nieuwe testament:

De betekenis van Gods enigheid

Het is duidelijk dat de eenheid van God anders is dan de eenheid van de mens. De eenheid van een mens maakt hem beperkt. Het is namelijk niet mogelijk voor een mens om op twee plaatsen tegelijkertijd te zijn. Maar God kan tronen in de hemel en tegelijkertijd hier op aarde zijn. Dit is niet onmogelijk of moeilijk voor God. We bedoelen niet dat een gedeelte van God in de hemel is en een ander deel op aarde. We bedoelen dat God, in al zijn glorie, tegelijk op zijn troon in de hemel en hier op aarde kan zijn.

Dat is precies wat gebeurde toen Christus naar de aarde kwam. De bijbel vermeldt dat in Christus “9 Want in hem is de goddelijke volheid lichamelijk aanwezig” (Kolossenzen. 2: 9). Dit is wat we de 'menswording' noemen. Er zijn verhalen over belangrijke mensen en koningen, die zich vermommen in vodden om zo onder de arme mensen te kunnen zijn. Zonder de mensen af te schrikken met hun pracht en praal kunnen ze de noden van het volk leren kennen om de goede hulp te geven. Wij bewonderen zulke machthebbers en we prijzen hen voor hun nederigheid en nobel hart. Hoe belangrijker de persoon, hoe meer nobelheid hij vertoont in zijn nederige houding.

Maar wie is de grootste van allemaal? Is dat niet God, de almachtige? En wie is de meest nobele? Is hij dat niet, die alle mensen geschapen heeft? Samenvattend zeggen wij  - en God verklaart het ondubbelzinnig - dat God één is! Maar zijn eenheid is niet hetzelfde als die van de mensen, omdat hij geen beperkingen kent. En het menselijk brein kan de diepte van zijn wezen niet bevatten. Daarom past het de mens om vol ontzag te staan als hij nadenkt over wat God over zichzelf heeft geopenbaard.

Wat God geopenbaard heeft

De mens kan God niet waarlijk kennen tenzij door goddelijke openbaring. Het is voor de begrensde geest van de mens niet mogelijk om de natuur van de oneindige God te doorgronden. Daarom was het nodig dat God zichzelf openbaarde via geschriften, die door hemzelf werden geïnspireerd. Hij bewaart deze woorden en beschermt ze tegen elke poging om ook maar één woord of één letter te veranderen. Het is zeker dat Gods Woord voor eeuwig zal standhouden, zoals de profeet lang geleden al zei: “HEER, voor eeuwig staat uw woord in de hemel vast. ” (Psalm 119:89). En in het nieuwe testament spreekt van: “ Het levende en blijvende woord van God en het woord van de Heer blijft eeuwig bestaan ” (1 Petrus 1:23).

De natuur van de Godheid

Voordat Christus ten hemel voer, gaf hij zijn discipelen een opdracht met de woorden: “Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. 19 Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest” (Matteüs 28:18-19). Merk op dat hij niet tegen hen zei: 'in de namen van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.'  Hij zei 'in de naam', want het is één naam - de heerlijke naam van de ene en enig ware en levende God.

Misschien zijn er mensen, die protesteren en zeggen: Hoe kan dat? Hoe kan drie hetzelfde zijn als één? Dit protest komt voort uit de grote fout om de Godheid te willen vangen binnen de regels van natuur- en wiskunde. Daarin ligt de vergissing en de oorzaak van deze verwarring. De almachtige God, die de natuur schiep, natuurkundige regels opstelde en andere natuurwetten ontwierp, staat Zelf altijd boven dergelijke wetten. We kunnen niet en moeten niet proberen de regels in de schepping toe te passen op geestelijke kwesties.

Vader, Zoon en heilige Geest: één God

De bijbel vertelt ons dus glashelder dat er maar één God is. Laten we nu kijken hoe dat overeenkomt met de vermelding van Vader, Zoon en Geest zoals we dat aantreffen op zeven verschillende plaatsen in de bijbel.

  1. “door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest” (Matteüs 28:19) Zoals we al zagen gaat dat om één naam van één God.|
  2. Over de ware gelovigen, die Christus hebben ontvangen in hun hart en geestelijk opnieuw zijn geboren, zegt Christus: ‘27 Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij. 28 Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. 29 Wat mijn Vader mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, 30 en de Vader en ik zijn één.’ ” (Johannes 10: 27-30)
  3. “8 Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ 9 Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. ... 10 Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? ... maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij. (Johannes 14: 8-10)
  4. “Maar u leeft niet zo. U laat u leiden door de Geest, want de Geest van God woont in u. Iemand die zich niet laat leiden door de Geest van Christus behoort Christus ook niet toe.” (Romeinen. 8:9) Met hem wordt Christus bedoeld. De heilige Geest van God wordt hier dus ook de Geest van Christus genoemd, vanwege de eenheid van God.
  5. “ Maar het is zoals geschreven staat: ‘Wat het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor wie hem liefheeft.’ 10 God heeft ons dit geopenbaard door de Geest, (...) 13 Daarover spreken wij, ...., maar zoals de Geest het ons leert” (1 Korintiërs 2: 9-13). In de bijbel wordt de heilige Geest dus herhaaldelijk Gods Geest genoemd.
  6. “3 Maar Petrus zei: ‘Ananias, waarom heb je je door Satan laten misleiden en heb je de heilige Geest bedrogen (…) Niet de mensen heb je bedrogen, maar God zelf.” (Handelingen. 5: 3-4). Hier zien we dat liegen tegen de heilige Geest hetzelfde is als liegen tegen God, want de heilige Geest is God en is één met de Vader en de Zoon.
  7. Jezus zei tot hen: “Maar als ik door de Geest van God demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God bij jullie gekomen.” (Matteüs 12:28) Dus we zien dat de Zoon in de Vader is, en de Vader in de Zoon. De heilige Geest is de Geest van God en hij is de Geest van Christus. Er zijn ook verzen, die beginnen met: ”Zo spreekt de Heer” terwijl dat vers ergens anders staat aangehaald met: “Zo spreekt de heilige Geest.”

Zo zien we dus dat de bijbel ons leert dat God een is, en dat de Vader, de Zoon en de heilige Geest de ene en enig ware en levende God zijn. De moeilijkheid is de beperktheid van het menselijk verstand, en de verkeerde poging om God te analyseren zoals we dat met materie doen. De wetten van natuurkunde en scheikunde zijn toepasbaar op materie, maar moeten niet en kunnen niet op God toegepast worden.

Wat “Vader en Zoon” betekent

Geen verstandig mens zou ooit bedenken dat God een vrouw of een minnares nam. Zo'n uitspraak zou zelfs erg godslasterlijk zijn. God is niet een mens zoals wij. Daarom houdt een christen zich verre van die gedachte. De bijbel zegt: “want God is Geest, dus wie hem aanbidt, moet dat doen in Geest en in waarheid.” (Johannes 4:24). Met andere woorden: de aanbidding van God moet niet gebonden zijn aan aardse rituelen, regels, plaatsen en posities. Dit laat de context van Johannes 4:19-26 duidelijk zien.

Het zoonschap van Christus is niet een fysieke relatie of het resultaat van voortplanting, maar het is een geestelijke relatie met God de Vader. Het duidt de eenheid in natuur en wezen aan. We merken op dat het niet de christenen waren die Christus de Zoon van God noemden, maar het was God zelf die Jezus zijn Zoon noemde:

  1. 28 Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ 29 Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. 30 Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. 31 Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. 32 Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, (...) 35 De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God. (Lucas 1: 28-35).
  2. Toen Christus gedoopt werd door Johannes de Doper (bij de meeste Arabieren bekend als Jahja Ibn Zakarijja), werd de hemel geopend en een stem kwam uit de hemel en sprak: “Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.” (Lucas 3:22/ Marcus 1:11/ Matteüs 3:17).
  3. Over deze gebeurtenis schrijft Johannes de Doper: “En dat heb ik gezien, en ik getuig dat hij de Zoon van God is.” (Johannes 1:34).
  4. Toen Christus drie van zijn discipelen meenam naar een hoge berg, verschenen twee profeten, Mozes en Elia, aan hen: “5 Hij [Petrus] was nog niet uitgesproken, of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar hem!’ 6 Toen de leerlingen dit hoorden, wierpen ze zich neer en verborgen uit angst hun gezicht. 7 Jezus kwam dichterbij, raakte hen aan en zei: ‘Sta op, jullie hoeven niet bang te zijn.’” (Matteüs 17:1-8/ Marcus 9: 7/ Lucas 9: 35).

Er zijn veel andere bijbelverzen die verklaren dat Jezus Christus de Zoon van God is. Dat zoonschap geeft uitdrukking aan een goddelijke verbondenheid die het menselijk verstand te boven gaat. Daarom zegt de bijbel ook: “Ongetwijfeld is dit het grote mysterie van ons geloof: Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam” (1 Timoteüs 3:16). We zien dus dat: de Vader is God, de Zoon is God en de heilige Geest is God. De Vader en de Zoon en de heilige Geest, ook wel de Drieënigheid genoemd, zijn allen samen één God. Dat is een goddelijke waarheid, en iedereen die dat ontkent, maakt God tot een leugenaar. Maar wie het gelooft, vindt daarin een eeuwige blijdschap en een grote zegen, zoals we nu zullen zien.

De Drieëne God en de verlossing van de mens

Het is duidelijk dat voor wat betreft de mens zich zorgen maakt, het belangrijkste voor hem is om de vergeving van zonden te ontvangen, zodat hij daardoor een plaats ontvangt in de hemel en niet wordt veroordeeld tot de hel. God zei van zichzelf, dat hij een “ rechtvaardig en reddende God” is (Jesaja 45:21). Maar hoe kan God rechtvaardig zijn - dat is heilig en recht,en iemand die de zonden straft - en toch ook een verlosser, die de mensen bevrijdt van zonden en straf? Met andere woorden: hoe kan hij volmaakt rechtvaardig en tegelijk ook volmaakt genadig zijn?

Hier is het menselijk verstand hulpeloos. Het heeft er geen antwoord op. Zal God mij vergeven en zal hij dus genadig en meelijdend zijn, of zal hij me straffen en rechtvaardig zijn maar niet genadig? Het is voor de mensen en engelen samen niet mogelijk om een antwoord te vinden op dit dilemma. Maar God heeft het antwoord, en in zijn antwoord zien we zijn wijsheid en macht. Wij zien zijn liefde en genade, en ook zijn rechtvaardigheid en heiligheid.

Menselijke oplossingen voor dit probleem gaan allemaal mank en leiden tot de verdoemenis van de mens, want zonde is een zeer serieuze zaak in Gods ogen. Zonde is een belediging voor God want het is ongehoorzaamheid jegens hem. Wanneer je een gewoon persoon beledigt, kun je er met een kleine straf vanaf komen. Maar als je een koning of president beledigt, wordt de straf veel zwaarder. Hoe veel erger is het wanneer je God ongehoorzaam bent in gedachten, woorden of daden? Het is een volkomen foute gedachte dat God de goede en verkeerde daden van de mens tegen elkaar afweegt en zo de balans opmaakt. Allereerst is het fout, omdat op die manier goede daden van de mensen geëist worden, en daarmee zijn het nog geen gunsten voor God. Goede daden wissen de overtredingen niet uit. Zo werkt het niet in menselijke wetten en ook niet in Gods wet. Ten tweede, als zo'n idee al waar zou zijn, zou dat betekenen dat we het gewicht moeten weten dat God aan elke zonde toekent. We zouden moeten weten hoeveel een leugen, een verkeerde gedachte of hooghartigheid weegt. En zo zouden we dat moeten weten van al die ontelbare zonden. Hij die gelooft dat zijn goede daden tegen zijn zonden opwegen of ze zelfs uitwissen, zal uiteindelijk alleen ontdekken dat hij voor eeuwig verloren is. Wat is dan de oplossing van dit probleem, en hoe kan God een “rechtvaardig God en een redder” tegelijk zijn? Het antwoord is de menswording van Christus.

De menswording van Christus

We hebben gezien dat de bijbel getuigt dat Christus de Zoon van God is, en we hebben uitgelegd dat dit zoonschap niet een fysiek zoonschap  noch het gevolg van voortplanting is, want God is Geest. Het is een geestelijke en goddelijke relatie dat het menselijk verstand te boven gaat. Maar we moeten ook onthouden dat Christus echt en volledig mens is geworden. Hij zei van zichzelf: “zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.” (Matteüs 20:28). Christus kwam dus niet alleen om te onderwijzen en wonderen te doen, hoewel hij zowel het ene als het andere heeft gedaan. Hij kwam in de eerste plaats om ons te verlossen van de straf door voor ons te sterven. Dit vereiste dat hij echt mens werd, zodat hij werkelijk in onze plaats kon sterven. Dat is de reden van de menswording van Christus.

Er zijn twee redenen waarom niet iemand anders ons zou kunnen redden. Ten eerste, de verlosser moet iemand zijn die nog nooit heeft gezondigd, anders zou hij genoeg hebben aan het dragen van zijn eigen straf. Christus is de enige die nooit zondigde. Al de ware profeten werden beschermd tegen het maken van fouten in hun onderwijzingen en profetieën, maar niet in hun eigen persoonlijke levens. Zij allen zondigden. Koning David zei: “5 Ik ken mijn wandaden, ik ben mij steeds van mijn zonden bewust, 6 tegen u, tegen u alleen heb ik gezondigd, ik heb gedaan wat slecht is in uw ogen.” (Psalm 51:5-6). Maar over Christus getuigt de bijbel dat hij “heilig, schuldeloos en zuiver is, van de zondaars afgescheiden en ver boven de hemel verheven.” is (Hebreeën 7:26) De bijbel spreekt ook van hem als “die geen enkele zonde beging en over wiens lippen geen leugen kwam.” (1 Petrus 2:22) Verder dat hij “ de zonde niet kende ” (2 Korintiërs 5:21) en dat “Jezus verschenen is om de zonden weg te nemen; er is in hem geen zonde. ” (1 Johannes 3:5). Hij is de enige Verlosser; al de anderen hebben verlossing nodig.

Ten tweede, Christus is niet enkel een profeet of apostel. Hij is God, verschenen in het vlees - zowel God als mens. Hij is de Zoon van God, en de Zoon des mensen. Daarom is zijn dood van oneindige waarde. Door zijn dood kan hij iedereen verlossen, die in hem gelooft: “ Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld. ” (1 Johannes 2:2). Christus is God en mens. En God is uiteraard onsterfelijk. Degene, die stierf, is de volle mens, Jezus Christus, die God in alles diende, en die zei dat hij kwam om zijn leven te geven als een losprijs voor velen.

De dood van Christus is wat ons betreft een vaststaand feit, dat tenminste vier onfeilbare bewijzen kent. In de eerste plaats spraken de profeten erover, honderden jaren voordat Christus op aarde kwam. Deze profetieën staan nog steeds in het oude testament, het heilige boek van de joden. Zij  hebben, noch konden daar een enkel woord uit verwijderen. In de tweede plaats Christus vertelde zijn discipelen vòòr zijn dood herhaaldelijk, dat de joden hem zouden doden en dat hij op de derde dag weer op zou staan. In de derde plaats is het voor ons beschreven door ooggetuigen. Tenslotte, de bijbel maakt de bijbel, zowel in het oude als in nieuwe testament, duidelijk dat Christus' dood de enige weg is voor de mens zijn redding.

Nu komen we bij de rol van Vader, Zoon en heilige Geest in de redding van de mens. De bijbel zegt dat “Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” (Johannes 3:16). We zien dus dat de Vader van de mensen houdt en wil dat ze gered worden, de Zoon bereid was de prijs voor die verlossing te betalen. De heilige Geest maakt het geweten van de mens bewust en overtuigt hem van zijn zonden (Johannes 16:7-8), zodat hij Christus zal aannemen als redder. Dus God redt de mens door zijn liefde, maar niet ten koste van zijn heiligheid en rechtvaardigheid. Er is geen andere verlossing dan door God -Vader, Zoon en heilige Geest- de enige ware en levende God.